Ingmar Heytze photo

Ingmar Heytze

Ingmar Heytze (16 februari 1970, Utrecht) publiceerde tot nu toe acht dichtbundels, drie dagboeken, een bundel miniaturen en Het beste en de rest, een keuze uit eigen werk. Hij trad, solo of met muzikanten, op tijdens literaire festivals als Crossing Border, Lowlands, de Nacht van de Poëzie en de reprise van Poëzie in Carré in 2006. Naast autonoom werk schrijft Ingmar Heytze elke week een gedicht voor het AD Utrechts Nieuwsblad (Heytze op Zaterdag) en een sportcolumn voor de maandageditie van de Volkskrant. Daarnaast is hij sinds 2007 werkzaam als programmeur van het Huis van de Poëzie, het op één na grootste poëziefestival van Utrecht. In november 2008 ontving Ingmar Heytze de Utrechtse C.C.S. Croneprijs voor zijn gehele oeuvre; op 15 maart 2009 werd hij officieel geïnstalleerd als eerste Stadsdichter van Utrecht. Op die datum verscheen ook zijn bundel Utrecht voor beginners, De Domstad in 127 gedichten. Ingmar Heytze is op dit moment de hoogst genoteerde levende auteur in de Utrechtse Literaire Canon van de SLAU. Een autonome dichtbundel voor 2011 is in voorbereiding.


“Vannacht heb ik een zoen begraven. Hij lag dertien maanden tussen ons in en jij had al een paar keer gevraagd: wat ligt daar nou toch steeds.Toen je eindelijk sliep, drukte ik de zoen met mijn lippen in een doosje vol watten en liep naar de tuin. Daar groef ik een graf van twee monden dieponder de beuk. De duizend zoenen die volgend jaar rood en zoet uit de takken komen waaien, zijn allemaal voor jou.”
Ingmar Heytze
Read more
“Onwetend van dit alles maakte ik eind vorige eeuw mijn entree in dit discours door aan een tijdschrift te vertellen dat poëzie volgens mij entertainment is. Als iemand dat platvloers vindt, voegde ik er behulpzaam aan toe, had hij volgens mij een te lage dunk van entertainment.”
Ingmar Heytze
Read more
“Ik vind het doodzonde van mijn tijd om me te verdiepen in de organische geesteswoekeringen van een dichter die me niets beters te melden heeft dan het niets, de leegte, het onverstaanbare. Het onverstaanbare heb ik thuis ook, als ik door de WC-deur heen probeer te praten met mijn vriendin. Het onzegbare, dat roeren wij thuis door de muesli. Ik wil poëzie die me meeneemt naar een wereld die ik nog niet ken, naar een inzicht dat ik nog niet had, naar een uitzicht dat ik nergens anders had kunnen vinden. Ik wil een gedicht dat zo goed is, dat ik bijna vergeet dat het, zoals elk gedicht, een taalbouwsel is – een volmaakt bedrieglijke travestie waar het grote niets doorheen schijnt, een van zijn eigen leugenachtigheid getuigende leugen van inkt. Ik wil een gedicht als een huis, dat me op één steen na laat geloven dat ik er werkelijk in zou kunnen wonen.”
Ingmar Heytze
Read more