“En Bram was zijn zoon. Juist omdat hij het niet was - van je eigen zoon zou je verplicht zijn te houden, waardoor je altijd moest twijfelen of je het wel echt deed; van Bram hield hij omdat het Bram was.”
“Het voelde alsof zij de enigen op de wereld waren met een ziel.”
“Vind je het goed als ik jou gebruik om mijn leven aan diggelen te gooien?”