“Als je elkaar na veertig jaar weer opzoekt, vind je elkaar niet meteen terug.”
“Wat zijn herinneringen? Ervaringen die je nog niet weet.”
“Er was gewoon geen bewegingsruimte om helemaal niets te willen, dan begonnen ze meteen weer over je negatieve houding door te zagen, terwijl ik vind dat dat een van de steunpilaren van de vrijheid is, om het zo maar eens te zeggen, dat je nou eens een keer niet wilt kiezen tussen al die mogelijkheden die de wereld al voordat je geboren werd voor je heeft uitgedokterd en waar je zelf helemaal nooit om hebt gevraagd.”
“Je kon, bedacht ik, alleen op de liefde van een vrouw rekenen als je in staat was iets van magie in haar achter te laten. Vlak voordat je de deur uitging, in de ochtend of, beter nog, op een onverwacht moment, goochelde je charme en inspiratie door elkaar en liet je zo in haar iets van verwondering, verbazing achter. Dan vertrok je en liet de magie zijn krachtige werk doen. Lukte je dat niet, dan kwam je vanzelf op de koffie. Dat overkwam mij. De magie bleef achterwege en wij werden fantomen voor elkaar. Als schaduwen streken we langs elkaar heen. Dan kon je maar het beste gaan rennen.”
“Vanmiddag kwam je brief en ik was er zó blij mee. Als je altijd zo was als in deze brief. Het leek weer net als vroeger en ik was ineens weer zo verliefd op je. Ik denk dat ik maar blijf totdat ik weer terug ben. 't Is een erg prettig gevoel. Mijn eenzame bed begint hoe langer hoe eenzamer te lijken en ik verlang ernaar om uit te vinden of je zoenen dezelfde herinneringen op zullen roepen als deze brief.Ik verlang nog net als vroeger naar een geluk dat langer duurt dan een omhelzing. En ik weet niet of het bestaat, net als vijf jaar geleden. Ik heb vanavond het gevoel alsof je niet bestaat.Wat ik je had willen schrijven staat nergens in mijn brief.”
“Ik begreep dat vriendschap een verfijnde vorm van vijandschap is. Je draait om elkaar heen tot je kunt toeslaan. Hoe beter je aan elkaar gewaagd bent, des te nauwkeuriger verzamel je je gegevens en met des te meer zorgvuldigheid kies je het ogenblik. (p. 71)”
“Ik ben alles wat je van me ziet, alles wat je van me denkt, alles wat je over me hoort. Maar ik ben nog veel meer de dingen die je niet weet.”