“Wat zijn herinneringen? Ervaringen die je nog niet weet.”
“Ik ben alles wat je van me ziet, alles wat je van me denkt, alles wat je over me hoort. Maar ik ben nog veel meer de dingen die je niet weet.”
“Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.”
“Ik weet niet wat een concubine is en ook niet wat je ermee in bad kunt doen. Ik dacht dat het een spons was.”
“Wat wil je later worden?' Dat is volgens mij precies waar het om draait, dat je dat pas weet wanneer dat 'later' eenmaal is aangebroken. Het lijkt wel of ze allemaal bang zijn dat je zelf iets beters zult bedenken dan zij. Ze maken in elk geval geen gelukkige indruk met wat ze later geworden zijn. Wanneer je die afgeleefde en doodzieke koppen ziet dan weet je toch meteen dat het maar het beste is om helemaal niets te worden.”
“En het zijn maar bomen.''Ik weet niet of je dat mag zeggen. Ik geloof niet dat je dat zeggen mag.''Nee?' 'Nee. Dat mag je niet zeggen.”