“Onszelf beschouwen als het middelpunt van het heelal, de huidige tijd als het hoogtepunt van de geschiedenis en onze geplande vergaderingen als gebeurtenissen van het grootst mogelijke gewicht, voorbijgaan aan de lessen die begraafplaatsen ons leren, slechts nu en dan een boek lezen, de druk van deadlines voelen, tegen collega's snauwen, ons door conferentieroosters heen werken met vermeldingen als:'11.00 uur tot 11.15 uur: koffiepauze', ons inhalig en zonder scrupules gedragen en ten slotte opbranden in de strijd - misschien is dit alles uiteindelijk de wijsheid die ons werk ons te bieden heeft.”
“Hoe machtig onze technologie en hoe complex onze ondernemingen ook mogen zijn, het opmerkelijkste kenmerk van onze moderne arbeid is uiteindelijk misschien wel iets wat in onszelf zit, een aspect van onze mentaliteit: de wijdverbreide overtuiging dat ons werk ons gelukkig moet maken.”
“De rede is van ons bewustzijn maar de buitenkant. Daaronder zit het gevoel. Vanbinnen, waar niemand ons kan zien, durven wij er feilloos op te vertrouwen. Daar weten wij alles zonder woorden. Als wij nooit naar buiten hoefden te treden zouden we geen moment aan onze intuïtie twijfelen. Maar we gaan uit en willen de anderen ook ons innerlijk keurig presenteren. Dus kammen we onze gedachten uit en trekken ze recht. Herinner jij je dan niet dat je als kind instinctief aanvoelde hoe mensen in elkaar zaten, bij wie je het goede kon vinden en wie voor jou gevaarlijk was, wat je moest doen om gevoed te worden, te overleven en liefde te vinden? Ik geloof dat veel van de kennis waarnaar wij op zoek zijn, een antwoord op alle belangrijke vragen, al vanaf onze geboorte in ons aanwezig is en dat wij alleen maar zijn vergeten hoe we die moeten aanboren. Sterker, van het meeste zijn we vergeten dat het bestaat (…). Al die intuïtieve kennis, die op zijn sterkst is bij onze geboorte, wanneer wij haar het hardst nodig hebben omdat ons nog geen andere middelen ter beschikking staan om te overleven, en die minder wordt naarmate wij leren te denken in plaats van te voelen, dat instinctieve weten is niet vergaan. Het ligt alleen bedolven onder de lawine aan argumenten en redeneringen die wij tegenwoordig nodig hebben om onze wereld voor onszelf begrijpelijk te maken. Af en toe, een enkele keer in een droom, in een moment van verstrooiing vinden we er misschien ineens iets van terug. Inspiratie zal een kunstenaar het noemen, voor iemand die gelooft is het een openbaring. Maar voor ons, die rationeel proberen te denken? Misschien zouden wij het een inval noemen, een moment van verlichting waarin je ineens de oplossing ziet van een vraagstuk dat je nog niet eens had geformuleerd.”
“O, het is met de verte als met de toekomst! Een wijd, schemerachtig vergezicht ligt voor ons, onze ziel en onze ogen drinken het in, en wij haken ernaar ons er helemaal aan over te geven, om in alle gelukzaligheid van één groot, heerlijk gevoel te zijn vervuld. Maar och, als we erop afvliegen, dan is alles zoals tevoren en staan wij in onze armoede, in onze beperktheid, en onze ziel dorst naar ontglipte lafenis.”
“Wandaden zoals mijn ontvoering bieden de zwart-witte basis voor de categorieën 'goed' en 'kwaad' waaraan de samenleving behoefte heeft. De dader moet wel een beest zijn, want als we dat geloven, zijn we zelf goed. Een misdrijf moet worden opgetuigd met sadomasochistische fantasieën en wilde orgieën, net zolang totdat het zo ver van ons af staat dat er geen enkel verband met ons eigen leven is.En het slachtoffer moet gebroken zijn en dat ook blijven, anders is het kwaad niet meer op die manier op afstand te houden. Een slachtoffer dat weigert zich in die rol te schikken wordt een symbool van de tegenstellingen van de maatschappij. Die willen we niet zien, want dan zouden we gedwongen zijn over onszelf na te denken.”
“Ik weet dat de psychologie ons modellen kan geven. Daardoor kun je leren verbanden te begrijpen en patronen te zien. En dat helpt, zeker. Maar het meeste zullen we toch nooit kunnen begrijpen. Het leven is zo paradoxaal. Wat er met ons gebeurt en hoe we daarmee omgaan, het verdriet en de dood, de blijdschap en de liefde. Geen kennis in de wereld kan jouw eenzaamheid genezen of jou bevrijden van je grootste angst”