“Maar één ding weet ik nu en dat is dit: je leert de mensen pas goed kennen als je een keer echte ruzie met ze gemaakt hebt. Pas dan kun je hun karakter beoordelen.”

Anne Frank

Explore This Quote Further

Quote by Anne Frank: “Maar één ding weet ik nu en dat is dit: je leert… - Image 1

Similar quotes

“Ik wil geen aanbidders, maar vrienden, geen bewonderaars voor een vleiend lachje maar voor optreden en karakter. Ik weet heel goed dat dan de kring om me heen veel kleiner zou zijn. Maar wat hindert dat als ik nog maar een paar mensen, oprechte mensen, overhoud?”


“Liefde, wat is liefde? Ik geloof dat liefde iets is wat eigenlijk geen woorden kan hebben. Liefde is iemand begrijpen, van iemand houden, geluk en ongeluk met hem delen. En daarbij hoort en den duur ook de lichamelijke liefde, je hebt wat gedeeld, iets weggegeven en iets ontvangen en of je dan getrouwd ongetrouwd bent, of een kind krijgt of niet. Of je eer weg is of niet, dat komt er allemaal niet op aan, als je maar weet dat er voor je hele verdere leven iemand naast je staat, die je begrijpt en die je met niemand hoeft te delen.”


“Al vertel ik je veel over ons, toch weet je nog maar een heel klein beetje van ons leven af.”


“Nooit weet ik wat ik aan je heb. Als je iets zegt, weet ik nooit of je dat nu meent of niet. Als je lacht, weet ik nooit of je echt lacht, of maar doet alsof. Je pest zo graag, maar je kan er niet tegen al je zelf gepest wordt. Je kan mensen zo (onredelijk) afkraken, terwijl je later doet alsof je ze mag. Soms lijkt het alsof je heel veel van me houdt, dan weer denk ik dat je ee hekel aan me hebt. Ikk vind dit intrigerend, maar tegelijkertijd verwarrend. Toch hou ik van je. Heel veel. Misschien wel daarom.Reza”


“Weet ik,' zei Nell. 'Dat maakt het juist zo moeilijk. Als je iemand kunt aankijken en zeggen: "Ik heb nooit van je gehouden, je was een vergissing," is dat één ding. Maar als je hem aankijkt en zegt: "Je was alles voor mij en ik verpestte het omdat ik niet voor mezelf kon opkomen," dan is dat heel anders. ... ”


“Voor verslavingen moet je geen excuses zoeken, maar motieven. Excuses zoek je om geen spijt en schuld te hoeven voelen, maar een speurtocht naar jouw eigen motieven leidt je juist naar het hart van je schuld en daar, op die rare plek waar het duister is van onbegrip, pijn en ontkenning, daar ligt het enige terrein waar je de mogelijkheid geboden wordt om je schuld te veranderen in kennis. Met kennis valt te leven, met schuld niet.De meeste mensen geloven dat dat halfzachte spreekwoord, wat niet weet, wat niet deert, dat dat ook voor jezelf opgaat, maar zo werkt het niet. Wat je over iemand anders niet weet, dat weet je niet en zolang je het niet weet kan het je ook geen pijn doen, dat is zo klaar als een klontje, maar je weet in zekere zin alles van jezelf. Dat is ook logisch, want jij bent de enige die zijn eigen leven helemaal in zijn eentje meemaakt en daar weet van zou kunnen hebben. Bij jou ligt iedere minuut van een leven opgeslagen, hoe dan ook. Bij wie anders? Dat maakt mensen op zijn minst nog interessant, dat ze een vat van wetenschap vormen van tenminste een leven, hun eigen.Waar het nu eigenlijk allemaal om draait is de manier waarop je weet hebt van jezelf, dat is het belangrijkste. Sommige mensen weten niks van zichzelf. Ze hebben de enige echte wetenschap en geschiedenis niet tot hun beschikking en kunnen ze niet lezen, omdat ze die op de foute plek bewaren.Schuld is zo’n wetenschap over jezelf die op de verkeerde plaats in je archief is opgeslagen. Ze is dan geen kennis van de schuld, maar ze heeft de vorm aangenomen van iets anders dan woorden, waardoor je er niks mee kunt en er alleen maar dik van wordt, of chagrijnig of lusteloos.Kennis hoort thuis in de geest, waar anders? Ik zou niet weten waar de woorden anders konden verblijven dan in de geest. Ze lijken op geest en op ziel en op dat andere ontastbare, waarvan je weet dat je het hebt, maar dat je niet kunt zien en waarover je bijna niet kunt praten.Zo zie ik het.En daarom krijgt ook alle kennis die je eigenlijk over jezelf zou moeten hebben en die niet in die onzichtbare vorm van woorden in jouw ziel mag wonen, een andere gedaante, een zichtbare en een lastige, bijvoorbeeld een kilo overtollig vlees aan je lichaam of iets anders waaronder je lijdt en wat je met je meesleept en waarvan je niet weet waarom je het hebt, maar wat iedereen aan jou kan zien, omdat het ervoor zorgt dat je altijd dezelfde domme fouten maakt.”