“Wat één christen doet, moet hijzelf verantwoorden, wat één jood doet, valt op alle joden terug.”
“Er bestaat geen grotere vijandschap op de wereld dan tussen Duitsers en joden.”
“Liefde, wat is liefde? Ik geloof dat liefde iets is wat eigenlijk geen woorden kan hebben. Liefde is iemand begrijpen, van iemand houden, geluk en ongeluk met hem delen. En daarbij hoort en den duur ook de lichamelijke liefde, je hebt wat gedeeld, iets weggegeven en iets ontvangen en of je dan getrouwd ongetrouwd bent, of een kind krijgt of niet. Of je eer weg is of niet, dat komt er allemaal niet op aan, als je maar weet dat er voor je hele verdere leven iemand naast je staat, die je begrijpt en die je met niemand hoeft te delen.”
“Maar één ding weet ik nu en dat is dit: je leert de mensen pas goed kennen als je een keer echte ruzie met ze gemaakt hebt. Pas dan kun je hun karakter beoordelen.”
“Nog één ding, jongen, wat je in je oren moet knopen: het gaat niet om hoe een verhaal begint. Ook niet om hoe het eindigt. Maar om wat daartussenin gebeurt.”
“Er blijft ons niets anders over dan zo rustig als 't maar kan het einde van deze misère af te wachten. Zowel de joden als de christenen wachten, de hele aardbol wacht, en velen wachten op hun dood.”
“Ik wil geen aanbidders, maar vrienden, geen bewonderaars voor een vleiend lachje maar voor optreden en karakter. Ik weet heel goed dat dan de kring om me heen veel kleiner zou zijn. Maar wat hindert dat als ik nog maar een paar mensen, oprechte mensen, overhoud?”