“Kijk,' zei zijn moeder. Ze stond voor het gasstel en wees achter zich op het aanrecht. 'Bedoel je die fles?' vroeg hij. Er stond een fles met donkerrode vloeistof. Op de hals zat een oranje capsule. Hij trad naderbij. 'Wat is dat?' vroeg hij. 'Ik heb een fles wijn gekocht voor vanavond ,' antwoordde ze, een aantal oliebollen uit de braadpan wippend. 'Dat is prachtig,' zei Frits. Hij nam de fles bij de hals op. Er zat een blauw etiket op met een gele rand. 'Bessen-appel,' las hij zacht. 'Bessen-appel,' zei hij bij zichzelf, 'bessen-appel. Help ons, eeuwige, onze God. Zie onze nood. Uit de diepten roepen wij tot u. Verschrikkelijk.”