“Bénédicte Ficq: Misbruik van macht fascineert me. Ik ben daar allergisch voor.”
“Ik tors drie lasten: ik ben homoseksueel, ik ben katholiek, en ik ben blank. Moet ik mij daarvoor schamen? Geenszins! (Goedkeurend gemompel.)Homoseksueel ben ik bij geboorte, en rooms-katholiek ben ik door genade: aan geen van beide is dus ene moer meer te doen. En kan men mij verwijten dat ik blank ben? Ik zoude niet weten hoe. Ik schaam mij er niet voor dat ik blank ben, en ik houd het ook niet geheim: ik zoude dat niet eens willen. (Geroep: "Die man die heb gelijk!") ”
“Ik ben niet bevreesd, noch voor de ouderdom noch voor de dood, maar berusting is me schrikbeeld. Nooit zou ik aan de oevers waar braafheid en gezapigheid wonen, willen aanleggen. Ik ben nu vijfentachtig, ik schrijf nog steeds en ik zou nog tot liefhebben in staat zijn.”
“Ik ben alles wat je van me ziet, alles wat je van me denkt, alles wat je over me hoort. Maar ik ben nog veel meer de dingen die je niet weet.”
“Ik koos het bestaan niet, maar ik besta. Een ongerijmdheid die verantwoordelijk voor zichzelf is, dat ben ik.”
“Een jonge vrouw die op Natacha lijkt staat op de brug, haar handen op de verschansing, een opgetrokken been dat met de zoom van haar jurk speelt, en ik, misschien ben ik daar ook wel.”