“In plaats van op zoek te gaan naar een middel om zich door persoonlijke inzet te onderscheiden, lijkt iedereen meer en meer op zoek naar een gezamenlijke kwetsuur en vernedering, naar het privilege van de publieke, gedeelde discriminatie en zo naar een religie, naar de binding met een gemeenschap.”
“Ik denk dat wij onszelf verminken, omdat we ons onbruikbaar willen maken voor een verlangen, voor een ideaal, voor een verhaal. We ontzeggen ons het recht, en ontnemen ons bij voorbaat de kans, op een beloofd geluk, waarvan wij denken dat het niet voor ons is weggelegd. Door ons ongeschikt te maken, helpen wij het lot een handje en nemen het zelf op ons. We maken ons liever eigenhandig onaantrekkelijk, dan dat we dat oordeel over onze aantrekkingskracht, waarde en betekenis aan anderen overlaten. We worden liever dik, dronken, ontrouw en ongelukkig, dan dat we het angstaanjagend grotere aanpakken, een ideaal waarmaken dat we koesteren en daarvoor erkenning zoeken bij anderen.”
“Ieder obsessief en verslaafd gedrag is een vorm van mateloos consumptiegedrag. Consumeren is iets van buiten naar binnen halen, iets tot je nemen en verbruiken. Datgene wat je verbruikt noem ik voedsel. Het kunnen alcohol, drugs, geld, sigaretten, vrouwen of mannen zijn, die geconsumeerd worden, maar bij mij heet het allemaal voedsel. Anders valt het niet te begrijpen. Het gaat mij vooral om deze beweging van buiten naar binnen. Die is tegengesteld aan de emotie, aan de uitdrukking, aan het vertellen, aan het van binnen naar buiten brengen. En dat is verslaving ook. Ze is gericht op de vernietiging van een emotie, van kennis en van een ware zin.”
“Sommige mensen lijken de wetten van nature in zich te hebben. Ze lezen geen boeken en hebben toch een mening, een overtuiging, een idee over hoe de wereld in elkaar hoort te zitten. Ik begreep niet hoe dit mogelijk was.”
“Wenn jemand eine Weide schöner findet als eine Buche, ein Schwein hässlicher als eine Kuh, einen Geier bösartiger als ein Eichhörnchen, dann hat das mit uns Menschen zu tun, mit der Geschichte des Blicks, mit den Büchern, Gemälden, Filmen, mit den Worten und den Bildern, mit den Behauptungen, die der Mensch über die Natur aufgestellt hat, und damit, wie er die Natur abgebildet hat, früher und heute.”
“Jeder Kopf ist ein Archiv, und jeder Körper birgt Erinnerungen", diktierte sie dann ohne merkliches Stocken. "Sie sind von außen nach innen gelangt. Wir waren nie alleine auf der Welt. Wir waren stets von anderen umgeben, die sich eingenistet haben mit ihren Worten, ihren Berührungen, ihren Dummheiten, Irrtümern und ihrer Weisheit, mit ihren mitleidsvollen und ihren strafenden Blicken im Gedächtnis unseres Gehirns, unserer Haut und unserer Organe. Wir wurden geboren und lagen in der Wiege unter einer Decke aus Jahrtausenden von Geschichten, und wir hatten keine Möglichkeit, darunter hervorzukommen, ohne etwas davon zu wissen.”