“De ene mens mag de andere nooit tot middelpunt van zijn leven maken.”
“Antropocentrisme: de mens staat bovenaan in de evolutie, we zijn een geschikte maatstaf om het leven van andere dieren tegen af te zetten en de rechtmatige bezitter van al wat leeft.”
“In de ene helft van ons leven offeren we ons leven op om geld te verdienen. In de andere helft offeren we ons geld om weer gezond te worden”
“Een mens engageert zich in zijn leven, krijgt daarin gestalte en buiten die gestalte is er niets. Voor iemand die in zijn leven niet geslaagd is, moet dat natuurlijk een harde gedachte zijn. Maar anderzijds stelt ze de mensen in staat te begrijpen dat alleen de werkelijkheid telt, dat dromen, afwachten en hopen een mens tot niet meer dan een teleurgestelde droom, een vervlogen hoop, een vergeefse verwachting maken.”
“[over het leven] De generale repetitie van een stuk, dat nooit wordt opgevoerd.”
“De marxist zou beweren dat de staat een interimrealiteit is die zal verdwijnen als de klasseloze maatschappij is ontstaan, maar tot op dat moment blijft de staat het doel en is de mens alleen maar een middel om dat doel te bereiken. Als de zogenaamde rechten of vrijheden van de mens dat doel in de weg staan, worden ze zonder meer terzijde geschoven. De vrijheid van meningsuiting, het stemrecht, de vrijheid om boeken of kranten naar eigen keuze te lezen, worden beperkt. In het communisme is de mens weinig meer dan een onpersoonlijk gemaakt radertje in de machinerie van de staat. Deze inperking van de individiuele vrijheid vond ik verwerpelijk. Ik ben er nu, net als toen, van overtuigd dat de mens een doel is, omdat hij een kind van God is. De mens is niet gemaakt voor de staat; de staat is gemaakt voor de mens. Als je de mens berooft van zijn vrijheid, degenereer je hem tot een ding, terwijl je hem juist moet verheffen tot persoon. De mens mag noit behandeld worden als een middel in dienst van de staat, maar moet altijd als doel op zich worden beschouwd”