“En helaas hebben huwelijken in het algemeen iets lomps. Ze bederven de tederste verhoudingen, en dat komt toch eigenlijk alleen door de botte zekerheid waarvan ten minste één partij profiteert. Alles is vanzelfsprekend en men lijkt de verbintenis alleen gesloten te hebben opdat beiden hun eigen gang kunnen gaan.”
“O, het is met de verte als met de toekomst! Een wijd, schemerachtig vergezicht ligt voor ons, onze ziel en onze ogen drinken het in, en wij haken ernaar ons er helemaal aan over te geven, om in alle gelukzaligheid van één groot, heerlijk gevoel te zijn vervuld. Maar och, als we erop afvliegen, dan is alles zoals tevoren en staan wij in onze armoede, in onze beperktheid, en onze ziel dorst naar ontglipte lafenis.”
“¿Estará escrito en el destino delhombre que sólo puede ser feliz antes de tener razón o después de haberla perdido? ¡Pobre insensato! Envidio tu locura, envidio el laberinto mental en que te pierdes.”
“No obstante, si tú te alejases de su lado, sentirían... ¿cuánto tiempo sentirían el vacío que tu pérdida dejaría en sus existencias?”
“¿Por qué no he de confesar mi angustia en este momento en que mi ser tiembla y fluctúa entre la vida y la muerte, en que el pasado se proyecta como un relámpago en el sombrío abismo del porvenir, en que todo lo que me rodea se desploma y en que el mundo parece acabarse conmigo? ¿No reconoces la voz de la criatura extenuada, desfallecida, que se hunde sin remedio, y a pesar de su inútil lucha, gritando con amargura...”
“U bezit zoveel verstand, zoveel kennis, zoveel talenten waar u plezier aan kunt beleven! Verman u toch! Geef het toch op, die treurige verknochtheid aan iemand die u er alleen maar om kan beklagen.”
“Ieder mens heeft geloof ik het gevoel, dat hij er eigenlijk niet bijhoort, bij het leven van de andere mensen. Dat hij op een of andere manier iets anders is, een gast, en hij doet alle mogelijke moeite om te zorgen, dat de anderen dat niet zullen merken. Dat is het gevoel, dat alle mensen gemeen hebben, en daardoor horen ze juist bij elkaar.”