“De Verenigde Naties vatten de milieueffecten van de vleesindustrie als volgt samen: Het fokken van dieren voor de voedselproductie (ongeacht of dat in de bio-industrie of op traditionele wijze gebeurt) 'is een van de drie belangrijkste oorzaken van de meest bedreigende milieuproblemen, op elke schaal, lokaal of wereldwijd. De veeteelt zou een van de belangrijkste aandachtspunten moeten zijn als het gaat om problemen als verschraling, klimaatverandering, luchtvervuiling, watertekorten, watervervuiling en afnemende biodiversiteit. Het aandeel van de veeteelt in de milieuproblematiek is zeer aanzienlijk." Met andere woorden, als je om het milieu geeft en de wetenschappelijke resultaten van bronnen als de VN onderschrijft (of de Intergouvernementele Comissie voor Klimaatverandering, of het Center For Science in the Public Interest, de PEW-commissie, de Union of Concerned Scientists of het World-Watch Instituut,...), dan móet het eten van dieren je aan het hart gaan.”
“Antropocentrisme: de mens staat bovenaan in de evolutie, we zijn een geschikte maatstaf om het leven van andere dieren tegen af te zetten en de rechtmatige bezitter van al wat leeft.”
“De mathematen worden samen met de natuur- en scheikundigen, de medicijnmannen van de twintigste eeuw genoemd, waarbij velen zich dan nog zeer argwanend afvragen of deze profeten van de nieuwe tijd het geluk van de mensheid voor ogen hebben. Het is stellig ten dele vanwege het gebruik van deze symbolen dat men de wiskunde gaat beschouwen als een geheimtaal van ingewijden, die zich aldus een eigen wereld scheppen waarin het moeiljk verkeren is, indien men niet van jongs af aan zijn weg daarin heeft gevonden.”
“De marxist zou beweren dat de staat een interimrealiteit is die zal verdwijnen als de klasseloze maatschappij is ontstaan, maar tot op dat moment blijft de staat het doel en is de mens alleen maar een middel om dat doel te bereiken. Als de zogenaamde rechten of vrijheden van de mens dat doel in de weg staan, worden ze zonder meer terzijde geschoven. De vrijheid van meningsuiting, het stemrecht, de vrijheid om boeken of kranten naar eigen keuze te lezen, worden beperkt. In het communisme is de mens weinig meer dan een onpersoonlijk gemaakt radertje in de machinerie van de staat. Deze inperking van de individiuele vrijheid vond ik verwerpelijk. Ik ben er nu, net als toen, van overtuigd dat de mens een doel is, omdat hij een kind van God is. De mens is niet gemaakt voor de staat; de staat is gemaakt voor de mens. Als je de mens berooft van zijn vrijheid, degenereer je hem tot een ding, terwijl je hem juist moet verheffen tot persoon. De mens mag noit behandeld worden als een middel in dienst van de staat, maar moet altijd als doel op zich worden beschouwd”
“Hoewel de bevolking dus niet profiteert van de bio-industrie, is het ironische ook nog eens dat ze niet alleen van ons verwachten dat we hun producten kopen, maar ook nog eens betalen voor hun fouten. Alle vervuiling, alle onkosten voor het opruimen van hun afval wentelen ze af op de gemeenschap. Hun prijzen zijn kunstmatig laag - voor alle verborgen kosten mag iedereen nog jarenlang betalen.”
“Seventig tot negentig procent van de kippen in de winkel heeft een andere potentieel dodelijke ziektekiem onder de leden, de campylobacter. De kippen worden vaak door een chloorbad gehaald om slijk, stank en bacteriën weg te spoelen. Grote kans dat het de consument opvalt dat hun kip niet helemaal smaakt zoals het hoort - hoe lekker kan een met medicijnen volgepropte, van ziektes vergeven en met stront overdekte vogel in vredesnaam smaken? - dus wordt het vlees geïnjecteerd met kunstmatige geur- en smaakstoffen en zoutoplossingen zodat het oogt, ruikt en smaakt zoals we het intussen gewend zijn. (Uit onderzoek van consumentenorganisaties is gebleken dat kip- en kalokoenproducten, vaak zelfs met het predicaat 'natuurlijk', voor tien tot dertig procent bestaan uit toegevoegde geur- en smaakstoffen en water.”
“Fredkin [...] praat over een interessant kenmerk van computerprogramma's, waaronder cellulaire automaten: er is geen kortere route mogelijk naar wat de uitkomst wordt. Dit is het wezenlijke verschil tussen de 'analytische' benadering van de traditionele wiskunde, inclusief differentiële vergelijkingen, en de 'computer'-benadering met algoritmes. Je kunt een toekomstige toestand van een systeem voorspellen zonder alle tussenstappen te kennen als je de analytische methode gebruikt. Maar bij cellulaire automaten moet je alle tussenstappen doorrekenen om te weten hoe de uitkomst zal zijn: je kunt de toekomst niet voorspellen, behalve door de toekomst af te wachten. [...] Fredkin legt uit: 'je kunt het antwoord op een vraag niet sneller kennen dan wanneer je volgt wat er gebeurt.' [...] Fredkin gelooft dat het universum letterlijk een computer is en dat het gebruikt wordt door iets of iemand om een probleem op te lossen. Het klinkt als een grap met goed en slecht nieuws: het goede nieuws is dat onze levens een doel hebben; het slechte nieuws is dat onze levens het doel zijn van een of andere hacker ver weg die pi wil uitrekenen met een oneindig groot getal achter de komma.”