“Wat ik denk te begrijpen, zeg het maar als ik me vergis, is het je thuis voelen in Berlijn. Daar is de geschiedenis minder weg dan in Nederland, tenminste, zo onderga ik het. Je ergens thuisvoelen is niet per se positief.”
“Knorretje zei: "Als je begrijpt wat ik bedoel, Poeh" en Poeh zei: "Zo denk ik er ook over, Knor" en Knorretje zei: "Maar aan de andere kant, moet je wel bedenken" en Poeh zei: "Zo is het Knor, daar had ik even niet aan gedacht.”
“Ik vind het vervelend dat ik het je moet vertellen, maar je zult nooit gelukkig worden. Ik wil je geen pijn doen door dit te zeggen. Ik zeg het omdat ik het wel zo eerlijk vind om open kaart te spelen voor we beginnen. Ik hoop dat je dat waardeert, want vanaf nu zal niemand meer open of eerlijk tegen je zijn. Dus nogmaals, ik zeg het je vooraf maar: je zult nooit gelukkig worden. Ik heb het voor je opgeschreven. Heel graag gedaan.”
“Ik wil maar zeggen dat, als ik iets wil zeggen, het liever nu zeg dan dat ik het straks moet zeggen. Dit gezegd zijnde moet ik zeggen dat ik dat goed gezegd heb. Je moet het maar kunnen zeggen, zeg ik altijd maar! Ik heb gezegd! - Lambik”
“Kom naar beneden!’Ik kwam naar beneden, en toen ik weer op de grond stond, gaf mijn moeder me twee klappen in mijn gezicht.Wat zijn dat voor spelletjes?’Ik wilde de Wildernis zien.’Er is daar niets. Dat weet je.’Als er niets is, kan het ook geen kwaad.’Niets is het gevaarlijkste dat er is.’Waarom?’Als er niets is, kun je iets bedenken. Je zult de leegte niet kun¬nen verdragen. Het zal evengoed leeg zijn, maar je zult jezelf wijsmaken dat dat niet zo is.’Wat ik mezelf wijsmaak is waar.’Wat jij jezelf wijsmaakt is een verhaal.’Dit is een verhaal: jij, ik, het schroothuis, de schat.’Dit is het echte leven.’Hoe weet je dat?’Niemand zou er ooit voor betalen om ernaar te kijken.’Ze draaide zich om om het haveloze huis weer binnen te gaan. Toen draaide ze zich weer om naar mij.En ik zou er alles voor over hebben om het niet te hoeven le¬ven.’Je moet het niet leven. Je moet het veranderen.' 'Je begrijpt het niet, hè?’Wat begrijp ik niet?’Dit is het echte leven.”
“Ik had heimwee naar die drie daar in het bed.Onzin. We zaten nog met ons drieën in dat bed. Het was alleen al weg voor het weg was. En ik kon er niets over zeggen, geen van tweeën zou begrijpen dat ik heimwee had naar iets wat er nog was, ik begreep het zelf niet eens.”
“Vanmiddag kwam je brief en ik was er zó blij mee. Als je altijd zo was als in deze brief. Het leek weer net als vroeger en ik was ineens weer zo verliefd op je. Ik denk dat ik maar blijf totdat ik weer terug ben. 't Is een erg prettig gevoel. Mijn eenzame bed begint hoe langer hoe eenzamer te lijken en ik verlang ernaar om uit te vinden of je zoenen dezelfde herinneringen op zullen roepen als deze brief.Ik verlang nog net als vroeger naar een geluk dat langer duurt dan een omhelzing. En ik weet niet of het bestaat, net als vijf jaar geleden. Ik heb vanavond het gevoel alsof je niet bestaat.Wat ik je had willen schrijven staat nergens in mijn brief.”