“Een geboorte of een huwelijk mag dan een belangrijke gebeurtenis zijn, maar het garandeert geen plaats in het geheugen.' De hersens, een zeef.'Knoop dat in uw oren: niets is zeker. Zeker is niets.”
“Het geheugen moet zoiets zijn als een maag voor de gedachten, het vergane geluk en plezier en verdriet zijn als ranzig of verzuurd eten - overgelaten aan het geheugen belandt alles in een soort maag, het eten bewaard maar de smakelijkheid ervan niet. Misschien is het dwaas om te zeggen dat het geheugen en de maag overeenkomsten vertonen. Maar volstrekt verschillend zijn ze allerminst.”
“Niets is een grotere kwelling dan een herinnering die net buiten de grenzen van het geheugen zweeft”
“Als ik me de wedergeboorte Gods voorstel, dan zie ik die niet in de mens. Het zou in een lam kunnen zijn, maar ik vind een ezel liever.”
“De vogel is niet zomaar een gevederde vriend, maar hij is een heraut uit het paradijs.”
“Ik vind het doodzonde van mijn tijd om me te verdiepen in de organische geesteswoekeringen van een dichter die me niets beters te melden heeft dan het niets, de leegte, het onverstaanbare. Het onverstaanbare heb ik thuis ook, als ik door de WC-deur heen probeer te praten met mijn vriendin. Het onzegbare, dat roeren wij thuis door de muesli. Ik wil poëzie die me meeneemt naar een wereld die ik nog niet ken, naar een inzicht dat ik nog niet had, naar een uitzicht dat ik nergens anders had kunnen vinden. Ik wil een gedicht dat zo goed is, dat ik bijna vergeet dat het, zoals elk gedicht, een taalbouwsel is – een volmaakt bedrieglijke travestie waar het grote niets doorheen schijnt, een van zijn eigen leugenachtigheid getuigende leugen van inkt. Ik wil een gedicht als een huis, dat me op één steen na laat geloven dat ik er werkelijk in zou kunnen wonen.”