“Wie vecht met de dagen, heeft altijd een pijl op zijn boog”
“De maan heeft onze wereld langer dan wie ook gadegeslagen en van heel dichtbij. Alles wat er ooit op deze aarde is gebeurd, alle handelingen die er zijn verricht heeft de maan waarschijnlijk gezien. Maar hij houdt er zijn mond over dicht. Koud en correct als altijd draagt hij dat zware verleden met zich mee. Op de maan is geen lucht en ook geen wind. Een vacuüm leent zich er uitstekend toe herinneringen onbeschadigd te bewaren. Niemand is in staat om het hart van de maan te verzachten. Aomame pakte haar glas en dronk de maan toe.”
“Mijn vader houdt van jazz en heeft een uitgebreide verzameling platen en banden waarvan hij vroeger als hij uit zijn werk kwam kon genieten. Hij kon met een rothumeur binnenkomen, maar als hij Dexter Gordon had opgezet en zichzelf een wodkacocktail had ingeschonken, ebde zijn stress snel weg en werd alles ‘te gek, jongen, gewoon te gek.’ Op het moment dat de naald op de plaat neerdaalde, maakt hij zijn das los en werd hij iemand anders dan degene die hij daarvoor was geweest, een conservatieve ingenieur met in zijn borstzakje een stel ibm-pennen met het opschrift denk na.”
“Toen ging hij slapen, met zijn hoofd op de woorden waar hij het meest van hield: warm, alles, altijd, ik.”
“Hij had altijd aangenomen dat er als volwassene een ogenblik zou komen, een soort plateau, waarop hij alle kneepjes van de omgang met het eenvoudige bestaan zou hebben geleerd. Alle post en e-mail beantwoord, alle kranten geordend, boeken alfabetisch op de planken, kleren en schoenen netjes onderhouden in de kasten en al zijn spullen waar hij ze kon vinden, met het verleden - waaronder zijn brieven en foto's - in dozen en mappen gesorteerd, het privéleven bestendig en vredig, huisvesting en financiën idem.[...]Maar niet lang na de geboorte van Catriona [...] meende hij het voor het eerst te zien: op de dag van zijn dood zou hij verschillende sokken dragen, zouden er onbeantwoorde e-mails zijn, en waren er in het krot dat hij zijn huis noemde nog altijd overhemden met ontbrekende manchetknopen, een kapot licht in de gang, en onbetaalde rekeningen, onopgeruimde zolders, dode vliegen, vrienden die op een antwoord wachtten en geliefden die hij niet had opgebiecht.Vergetelheid, het laatste woord bij het organiseren, zou zijn enige troost zijn.”
“Wandaden zoals mijn ontvoering bieden de zwart-witte basis voor de categorieën 'goed' en 'kwaad' waaraan de samenleving behoefte heeft. De dader moet wel een beest zijn, want als we dat geloven, zijn we zelf goed. Een misdrijf moet worden opgetuigd met sadomasochistische fantasieën en wilde orgieën, net zolang totdat het zo ver van ons af staat dat er geen enkel verband met ons eigen leven is.En het slachtoffer moet gebroken zijn en dat ook blijven, anders is het kwaad niet meer op die manier op afstand te houden. Een slachtoffer dat weigert zich in die rol te schikken wordt een symbool van de tegenstellingen van de maatschappij. Die willen we niet zien, want dan zouden we gedwongen zijn over onszelf na te denken.”