“Sommige mensen wachten hun hele leven op applaus van de wereld en pas vlak voor hun dood komen ze tot de ontdekking dat ze voor een lege zaal hebben staan spelen.”
“Ik denk dat mama zich een gast heeft gevoeld in het leven. Ze deed altijd alsof het haar niets aanging, het leven, alsof het niet van haar was. Alsof ze er toevallig in terecht was gekomen, zoals je een huis binnen kan lopen wanneer je je in het adres hebt vergist, en dan per ongeluk in dat huis blijft hangen. Buiten stroomt het van de regen en je hebt geen paraplu bij je.”
“In mijn eerste kasboek schreef ik: 'Ik wil heerser worden. Waarschijnlijk ben ik dat al, maar de rest van de wereld weet het nog niet.'De eerste mensen over wie ik wilde heersen waren mijn familieleden: vader, moeder, en twee broers. (...) Terugbladerend in het kasboek lees ik dat ik gedurende twee weken heb geprobeerd mijn vader te dresseren.Tijdens het avondeten, het enige moment waarop onze familie samen was, zei ik tegen mijn vader als hij zijn voor naar zijn mond bracht, 'Eet!' En als hij zijn glas naar zijn mond bracht, 'Drink!'De eerste drie dagen keek hij mij verstoord aan, maar de vierde en vijfde dag ging hij nadrukkelijk tegen mijn bevelen in. Als ik zei 'Eet!' legde hij zijn vork neer, en als ik zei 'Drink!' zette hij zijn glas met een klap op tafel.In het africhten van mijn vader had ik mijn eerste succes geboekt, ik had hem geconditioneerd, en ik tekende die dag een zonnetje in mijn kasboek.”
“Als leven een baan is, wilde ik ontslag nemen. Maar ik kon het kantoor niet vinden dat over ontslagaanvragen ging.”
“Hoewel de bevolking dus niet profiteert van de bio-industrie, is het ironische ook nog eens dat ze niet alleen van ons verwachten dat we hun producten kopen, maar ook nog eens betalen voor hun fouten. Alle vervuiling, alle onkosten voor het opruimen van hun afval wentelen ze af op de gemeenschap. Hun prijzen zijn kunstmatig laag - voor alle verborgen kosten mag iedereen nog jarenlang betalen.”
“Wat zou José Saramago over Carlos zeggen?Dit.'Mensen als deze heb je overal, ze besteden hun tijd, of de tijd die er in hun ogen naast het leven voor rest, aan het verzamelen van postzegels, munten, medailles, vazen, ansichtkaarten, luciferdoosjes, boeken, horloges, sportshirts, handtekeningen, stenen, kleien beeldjes, lege frisblikjes, engeltjes, cactussen, libretto's, aanstekers, vulpennen, uilen, speeldozen, flessen, bonsais, schilderijen, bierglazen, pijpen, kristallen obelisken, porseleinen eenden, antiek speelgoed of carnavalsmaskers, en dat doen ze vermoedelijk uit iets watje metafysische angst zou kunnen noemen, omdat het idee van de chaos als alleenheerser over het heelal onverdraaglijk voor hen is, misschien proberen ze daarom met hun bescheiden vermogens en zonder goddelijke hulp enige orde te scheppen in de wereld, waar ze voor korte tijd nog in slagen ook, maar alleen zolang ze hun verzameling in stand kunnen houden, want op de dag dat daar de klad in komt, en die dag komt altijd, hetzij door de dood, hetzij doordat de verzamelaar er genoeg van heeft, is alles terug bij af, loopt alles weer door elkaar.' ”
“De twee vrouwen namen een grote hap spaghetti en de ober koos precies dat moment uit om terug te wippen en te vragen of alles naar wens was, waarop ze beiden hevig knikten en oergeluiden maakten. "Dat leren ze op de oberschool," zei Stevie nadat ze doorgeslikt had. "Wachten tot iedereen de mond vol heeft gepropt en het dan vragen. Dat vinden ze gewéldig. Het hoogtepunt van hun werk.”