“Als ik één ding kan is het liefhebben. Dat lijkt niet veel bijzonders, maar ik ben er trots op.Ik heb het geleerd zoals een zwerfhond leert zwemmen: omdat hij met de rest van de worp in een jutezak werd gepropt en in een snelstromende rivier is geworpen.Die ene die het tegen alle verwachtingen in gered heeft, dat ben ik.Met in mijn oren nog het gejank van degenen die het niet haalden, moest ik leren ergens van te houden.Ik ben niet onder gegaan.Ik heb de kant bereikt.Ik heb lief.Andere mensen dragen hun verdriet in hun hart.Ongezien holt dat hen vanbinnen uit. Het is mijn redding geweest dat ik mijn verdriet aan de buitenkant draag, waar het niemand kan ontgaan.”