“Maar als je genoeg kikkers kust, kom je vanzelf wel een prins tegen.”
“Zo'n kleine schoonheid als jij, dat is een hele goede partij, wacht maar af. Maar alleen als je altijd vrolijk bent, ook als je je niet zo voelt.”
“Nooit weet ik wat ik aan je heb. Als je iets zegt, weet ik nooit of je dat nu meent of niet. Als je lacht, weet ik nooit of je echt lacht, of maar doet alsof. Je pest zo graag, maar je kan er niet tegen al je zelf gepest wordt. Je kan mensen zo (onredelijk) afkraken, terwijl je later doet alsof je ze mag. Soms lijkt het alsof je heel veel van me houdt, dan weer denk ik dat je ee hekel aan me hebt. Ikk vind dit intrigerend, maar tegelijkertijd verwarrend. Toch hou ik van je. Heel veel. Misschien wel daarom.Reza”
“Je wordt natuurlijk wel gelooid. De wereld is daar heel goed in. Iedereen begint met talent, iedereen heeft een kaarsje en dat brandt. De meeste mensen laten het uitgaan of het wordt door anderen wel uitgeblazen. Dat begint al vroeg. Een kind tekent een huis met een veel te grote zon. De verhoudingen kloppen niet, zegt de volwassene. Dan ben je al bezig aan de afbraak. Of een kind vertelt een verhaal dat niet klopt. Dat heb je gelogen, zegt een volwassene. Nee, het kind heeft het verzonnen. Je moet tegen elke wind in, in iedere storm, dat kaarsje zien aan te houden.”
“Je kon brood krijgen van de Liefdadigheid, een boterham van je buren, maar niks smaakte zo goed als een kruimel uit de hand van een familielid.”
“Nee, wat ik bedoel is dat het volkomen stil is, als in een stomme film, dat ze je niet meer vragen wat je nu eigenlijk wilt in dit leven, of waar je je toch tegen verzet, of wat je later wilt worden en of het wel goed met je gaat. Dat ze eindelijk eens allemaal hun mond houden, en als het helemaal stil is geworden, dat dan de held uit zijn stoel opstaat en er alleen nog een tekst in beeld verschijnt: 'Er wordt een nieuwe bladzijde omgeslagen. Hij gaat nu bedenken hoe het verder moet. Hij heeft zijn hele leven nog voor zich.”