“De mathematen worden samen met de natuur- en scheikundigen, de medicijnmannen van de twintigste eeuw genoemd, waarbij velen zich dan nog zeer argwanend afvragen of deze profeten van de nieuwe tijd het geluk van de mensheid voor ogen hebben. Het is stellig ten dele vanwege het gebruik van deze symbolen dat men de wiskunde gaat beschouwen als een geheimtaal van ingewijden, die zich aldus een eigen wereld scheppen waarin het moeiljk verkeren is, indien men niet van jongs af aan zijn weg daarin heeft gevonden.”