“Een man viel,sleepte heesters, spreeuwen, schoonheid met zich mee.‘Doe dat nog eens,’ zei een vrouw,en hij viel opnieuw,sleepte triestheid en muziek en liefdemet zich mee,en kasten vol kinderen.‘En nog eens,’ zei zij,en hij viel met een schreeuw,sleepte de zon met zich mee.‘En nog eens,’ zei zij,en het werd koud om hem heen -hij viel in duizend stukken.‘En nog één keer,’ zei die vrouw,en hij viel opnieuw.”

Toon Tellegen

Explore This Quote Further

Quote by Toon Tellegen: “Een man viel,sleepte heesters, spreeuwen, schoon… - Image 1

Similar quotes

“Gregor werd nog roder. En toen werd hij groen. Ik knipperde een paar keer met mijn ogen, maar hij was nog steeds groen, met rode ogen. Net de Hulk: hij werd steeds groener en griezeliger en er sprongen twee hoorntjes uit de zijkant van zijn hoofd. Ik had wel eens gehoord van monsterachtige bazen, ik had er zelf een gehad, maar dit was echt belachelijk.”


“Terwijl hij wachtte tot het trillen minder werd - terwijl hij machteloos keek naar de rukkerige, maaiende bewegingen, alsof hij in een kinderkamer vol krijsende, zich misdragende peuters zat en zijn stem kwijt was en ze niet tot bedaren kon brengen - vermaakte Alfred zich ermee zich voor te stellen dat hij zijn hand afhakte met een bijl: dat hij het ongehoorzame lichaamsdeel duidelijk maakte hoe vreselijk boos hij erop was, hoe weinig hij ervan hield als het hem niet wilde gehoorzamen. Het leidde tot een soort extase als hij zich voorstelde hoe het blad van de bijl de eerste keer in het bot en de spieren van zijn ergerlijke pols hakte; maar tegelijk met de extase, ermee samengaand, was er een neiging om te wenen om die hand die van hem was, waar hij van hield en die hij het beste toewenste, die hij zijn hele leven al kende.61”


“- en nu wist ze ook al evenveel van hem als hij van haar: dat hij voor de bioscoop een studio had gehad en daarvoor roadie was geweest. Behalve dan dat hij een Fender had viel er over hem verder niets te vertellen.”


“Scheppend kunstenaar, dat valt niet mede. Ik sprak heel vroeger wel eens vader Klatser die aan een betere samenleving bouwt, als hij nog niet in zijn hese geschreeuw gestikt is, tenminste. Hij zei een keer tegen me: 'Weet jij, wat of heel moeilijk is om te schilderen?' 'Nee?' 'Een s-s-s-sneeuwlandschap. En weet je wat of ook heel erg moeilijk is om te schilderen? Een z-z-z-zonsondergang.' (Hij stotterde ook nog) 'En weet je, wat ik nou aan het schilderen ben?' (Sprakeloze stilte) 'Een z-z-z-zonsondergang in een s-s-s-sneeuwlandschap.”


“Dit was het moment dat Arthur zich later nog het beste herinnerde, 'het exacte moment', zei hij vijftig jaar later nog, 'dat ik ophield een kind te zijn. Mij werd namelijk duidelijk, exact in die seconde, dat alle mensen die ik kende er niet alleen voor mij waren, maar dat ze een eigen leven hadden, een leven waar ik niets van wist en dat mij ook helemaal niets aanging.”


“Kijk,' zei zijn moeder. Ze stond voor het gasstel en wees achter zich op het aanrecht. 'Bedoel je die fles?' vroeg hij. Er stond een fles met donkerrode vloeistof. Op de hals zat een oranje capsule. Hij trad naderbij. 'Wat is dat?' vroeg hij. 'Ik heb een fles wijn gekocht voor vanavond ,' antwoordde ze, een aantal oliebollen uit de braadpan wippend. 'Dat is prachtig,' zei Frits. Hij nam de fles bij de hals op. Er zat een blauw etiket op met een gele rand. 'Bessen-appel,' las hij zacht. 'Bessen-appel,' zei hij bij zichzelf, 'bessen-appel. Help ons, eeuwige, onze God. Zie onze nood. Uit de diepten roepen wij tot u. Verschrikkelijk.”