“Als er een nieuw meisje met anorexia binnenkomt, dan ben ik hartstikke jaloers op haar. Want zij is dunner dan ik ben.”
“Een jonge vrouw die op Natacha lijkt staat op de brug, haar handen op de verschansing, een opgetrokken been dat met de zoom van haar jurk speelt, en ik, misschien ben ik daar ook wel.”
“Zeven jaar lang heb ik dag en nacht met slechts een gedachte voor mijn geest rongelopen - haar. Als er maar een christen was die zo trouw aan zijn God was als ik aan haar, dan zouden we vandaag allemaal Jezus Christus zijn. Dag en nacht dacht ik aan haar, zelfs als ik haar bedroog.”
“Ik ben de enige die al de vrouwen die ze geweest is in haar kan zien. Soms raak ik haar dan aan, raak ik ze allemaal tegelijk even zachtjes aan.”
“Als ik ergens vertel dat ik vegetariër ben, word ik bijna altijd gewezen op een inconsequentie of probeert men een zwak punt te ontdekken in een bewering die ik nooit heb gedaan. (Ik heb vaak het idee dat mijn vegetarische levenswijze voor zulke mensen belangrijker is dan voor mij.)”
“Ik weet ook echt niet hoe het met me gaat. Ik weet het niet. Ik ploeter wat voort, kom de dagen door en af en toe moet ik lachen omdat iemand een grap maakt of voel ik me gelukkig omdat er een vogel in de boom naast mijn slaapkamer woont of ben ik bang dat iemand een stomme opmerking maakt of heb ik hoofdpijn omdat ik gespannen ben of ben ik verdrietig omdat ik meeleef met een zielige vriendin of ben ik neerslachtig omdat ik me verveel of ben ik nieuwsgierig omdat iemand belt.”