“Seventig tot negentig procent van de kippen in de winkel heeft een andere potentieel dodelijke ziektekiem onder de leden, de campylobacter. De kippen worden vaak door een chloorbad gehaald om slijk, stank en bacteriën weg te spoelen. Grote kans dat het de consument opvalt dat hun kip niet helemaal smaakt zoals het hoort - hoe lekker kan een met medicijnen volgepropte, van ziektes vergeven en met stront overdekte vogel in vredesnaam smaken? - dus wordt het vlees geïnjecteerd met kunstmatige geur- en smaakstoffen en zoutoplossingen zodat het oogt, ruikt en smaakt zoals we het intussen gewend zijn. (Uit onderzoek van consumentenorganisaties is gebleken dat kip- en kalokoenproducten, vaak zelfs met het predicaat 'natuurlijk', voor tien tot dertig procent bestaan uit toegevoegde geur- en smaakstoffen en water.”

Jonathan Safran Foer
Success Neutral

Explore This Quote Further

Quote by Jonathan Safran Foer: “Seventig tot negentig procent van de kippen in d… - Image 1

Similar quotes

“Terwijl hij wachtte tot het trillen minder werd - terwijl hij machteloos keek naar de rukkerige, maaiende bewegingen, alsof hij in een kinderkamer vol krijsende, zich misdragende peuters zat en zijn stem kwijt was en ze niet tot bedaren kon brengen - vermaakte Alfred zich ermee zich voor te stellen dat hij zijn hand afhakte met een bijl: dat hij het ongehoorzame lichaamsdeel duidelijk maakte hoe vreselijk boos hij erop was, hoe weinig hij ervan hield als het hem niet wilde gehoorzamen. Het leidde tot een soort extase als hij zich voorstelde hoe het blad van de bijl de eerste keer in het bot en de spieren van zijn ergerlijke pols hakte; maar tegelijk met de extase, ermee samengaand, was er een neiging om te wenen om die hand die van hem was, waar hij van hield en die hij het beste toewenste, die hij zijn hele leven al kende.61”


“De Verenigde Naties vatten de milieueffecten van de vleesindustrie als volgt samen: Het fokken van dieren voor de voedselproductie (ongeacht of dat in de bio-industrie of op traditionele wijze gebeurt) 'is een van de drie belangrijkste oorzaken van de meest bedreigende milieuproblemen, op elke schaal, lokaal of wereldwijd. De veeteelt zou een van de belangrijkste aandachtspunten moeten zijn als het gaat om problemen als verschraling, klimaatverandering, luchtvervuiling, watertekorten, watervervuiling en afnemende biodiversiteit. Het aandeel van de veeteelt in de milieuproblematiek is zeer aanzienlijk." Met andere woorden, als je om het milieu geeft en de wetenschappelijke resultaten van bronnen als de VN onderschrijft (of de Intergouvernementele Comissie voor Klimaatverandering, of het Center For Science in the Public Interest, de PEW-commissie, de Union of Concerned Scientists of het World-Watch Instituut,...), dan móet het eten van dieren je aan het hart gaan.”


“Het hoofd van een meisje van een jaar of vier wordt door een moederlijke orkaanoorvijg achterovergeslagen en roteert eventjes hulpeloos als een duikelaartje dat zijn evenwicht heeft verloren en daarom de grootst mogelijke moeite heeft weer overeind te komen. Eindelijk staat het kinderhoofdje weer loodrecht boven de wervelkolom, en het laat vreselijke geluiden horen, waarop het door de ongeduldige vrouw weer uit het lood wordt geslagen. Het kinderhoofdje is nu al gekleurd met onzichtbare inkt, de moeder is nog veel erger dingen van plan. Zij, de vrouw, moet zware tassen sjouwen en zou dat kind het liefst zien verdwijnen door een rioolrooster. Om het kind te kunnen mishandelen moet zij namelijk elke keer even de zware tassen op de grond zetten, en dat betekent extra werk. Die kleine moeite lijkt het haar echter wel waard. Het kind leert de taal van het geweld, maar het leert niet vlot en onthoudt ook op school niets. Een paar woordjes, de allernodigste, beheerst het reeds, al kan men ze bij dat gedrein slechts gedeeltelijk verstaan.”


“De kunstenaar is een arbeider lijk gij en ik. Hij maakt schoonheid, en hij wordt daar meestal niet voor betaald. De kunstenaar leeft en sterft met de arbeider mee. Al waar de arbeider naar verlangt, tracht de kunstenaar nu reeds gestalte te geven. Zo is de schrijver niet een dwaas die van sterren en maneschijn zingt, maar een ziener, een profeet over hoe het zou kunnen zijn. Dat is zijn plicht, zoals het de plicht van de arbeider is om de kunstenaar tegemoet te komen.”


“Als ik één ding kan is het liefhebben. Dat lijkt niet veel bijzonders, maar ik ben er trots op.Ik heb het geleerd zoals een zwerfhond leert zwemmen: omdat hij met de rest van de worp in een jutezak werd gepropt en in een snelstromende rivier is geworpen.Die ene die het tegen alle verwachtingen in gered heeft, dat ben ik.Met in mijn oren nog het gejank van degenen die het niet haalden, moest ik leren ergens van te houden.Ik ben niet onder gegaan.Ik heb de kant bereikt.Ik heb lief.Andere mensen dragen hun verdriet in hun hart.Ongezien holt dat hen vanbinnen uit. Het is mijn redding geweest dat ik mijn verdriet aan de buitenkant draag, waar het niemand kan ontgaan.”


“Fredkin [...] praat over een interessant kenmerk van computerprogramma's, waaronder cellulaire automaten: er is geen kortere route mogelijk naar wat de uitkomst wordt. Dit is het wezenlijke verschil tussen de 'analytische' benadering van de traditionele wiskunde, inclusief differentiële vergelijkingen, en de 'computer'-benadering met algoritmes. Je kunt een toekomstige toestand van een systeem voorspellen zonder alle tussenstappen te kennen als je de analytische methode gebruikt. Maar bij cellulaire automaten moet je alle tussenstappen doorrekenen om te weten hoe de uitkomst zal zijn: je kunt de toekomst niet voorspellen, behalve door de toekomst af te wachten. [...] Fredkin legt uit: 'je kunt het antwoord op een vraag niet sneller kennen dan wanneer je volgt wat er gebeurt.' [...] Fredkin gelooft dat het universum letterlijk een computer is en dat het gebruikt wordt door iets of iemand om een probleem op te lossen. Het klinkt als een grap met goed en slecht nieuws: het goede nieuws is dat onze levens een doel hebben; het slechte nieuws is dat onze levens het doel zijn van een of andere hacker ver weg die pi wil uitrekenen met een oneindig groot getal achter de komma.”